IN VREEMDE DIENST

 

Henricus Johannes Gerardus Vissers geboren 29 juni 1924 te 's-Hertogenbosch. Overleden 26 december 1964 te Rotterdam op 40 jarige leeftijd. Begraven 31 december 1964 te Rotterdam. Trouwde 2 januari 1952 te Rotterdam met Maria Cornelia Elisabeth Janssens. Zij kregen 4 kinderen


ONDERDEEL WAFFEN SS

 

4.SS-Freiwilligen Panzer-Grenadier Brigade "Nederland"

Note: Ik zal de geschiedenis weergeven via het proces-verbaal dat op 18 november 1950 is opgemaakt in het bijzijn van mijn vader, dus met andere woorden hij vertelt zelf zijn verhaal.

Ik Henricus Johannes Gerardus Vissers ben van Nederlandse Nationaliteit. Ik bezat die Nationaliteit althans op 10 mei 1940.

Ik ben ongehuwd en ben timmerman van beroep. Ik heb lager onderwijs genoten en ik ben niet in het bezit van diploma's. Ik ben niet in dienst geweest van het Nederlandse leger. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland, woonde ik in de gemeente Oss op het adres Oijenscheweg 35. Ik woon thans bij mijn ouders in op het adres Acaciasingel 29 te 's-Hertogenbosch. Ik stam uit een arbeidersgezin van zeven personen. Mijn vader is machinebankwerker van beroep. Ik ben ongehuwd en ben timmerman van beroep. Ik heb lager onderwijs genoten en ik ben niet in het bezit van diploma's. Ik ben niet in dienst geweest van het Nederlandse leger. Tijdens de Duitse bezetting van Nederland, woonde ik in de gemeente Oss op het adres Oijenscheweg 35. Ik woon thans bij mijn ouders in op het adres Acaciasingel 29 te 's-Hertogenbosch. Ik stam uit een arbeidersgezin van zeven personen. Mijn vader is machinebankwerker van beroep.

Mijn vader is in ongeveer 1942 als lid toegetreden tot de N.S.B. terwijl mijn moeder lid was der N.S.V.O. zijnde een onderafdeling van de N.S.B. In 1943 mogelijk op 29 september 1943, ben ik ook als lid tot de N.S.B. toegetreden. Ik ben als lid toegetreden door de propaganda die er destijds werd gemaakt. Mijn ouders hebben nimmer invloed op mijn toetreden uitgeoefend. Op hetzelfde tijdstip dat ik lid werd trad ik tevens toe als lid der W.A.(weerafdeling) der N.S.B. Ik ben tot het einde van het bestaan lid gebleven, terwijl mijn lidmaatschap der W.A. automatisch ophield, toen ik in mei 1944 in dienst van de Waffen S.S. trad. De door mij aan de N.S.B. verschuldigde contributie werd automatisch door mijn ouders voldaan. Lid van de Nationale jeugdstorm der N.S.B. ben ik nooit geweest. Ik weet niet meer welk stamboomnummer ik als lid van de N.S.B. had.

Van september 1938 tot in januari 1940 werkte ik als slager op Hartogs vleesfabriek te Oss. In januari 1940 werd ik daar ontslagen wegens slapte in het bedrijf. Ik ben toen tot juli 1940 werkloos geweest. In juli 1940 kwam ik als leerling-timmerman in de Centrale Werkplaats te 's-Hertogenbosch. Daar ben ik geweest tot juli 1941. In juli 1941 ben ik vervolgens vrijwillig als timmerman gaan werken in een dorpje bij Diedenhofen in Duitsland. Ik heb daar tot 14 oktober 1941 gewerkt. Ik ging destijds in Duitsland werken omdat er in Duitsland behoorlijk geld te verdienen was, terwijl er in Nederland haast niet aan werk te komen was. Daarna heb ik in november en december 1941 nog vrijwillig als timmerman gewerkt in Bremen en Hamburg in Duitsland.

Op 5 januari 1942 ben ik vrijwillig in dienst getreden van de N.A.D. 9Nederlandse Arbeidsdienst). Ik ben tot in april 1942 de juiste datum weet ik niet meer, in dienst van de N.A.D. geweest. In april 1942 heb ik vrijwillig dienst genomen bij de R.A.D. (Reichs Arbeitsdienst). Ik moest hiervoor een verbintenis tekenen. Die vrijwillig aangegane dienst-verbintenis liep tot 14 november 1942. De foto die u mij toont, is een foto die van mij genomen is in de uniform van de R.A.D. Tijdens mijn lidmaatschap deed ik in Rusland dienst en mijn werkzaamheden bestonden in Rusland in het aanleggen van wegen en om een indruk te krijgen van de toestand in Rusland, Na afloop van mijn dienstverband ben ik weer naar Nederland teruggekeerd.

In januari 1943 heb ik mij vrijwillig aangemeld voor dienstneming bij de "Wach-und Schutzdienst" in Nederland. van 6 januari 1943 tot 2 mei 1944 ben ik daar lid van geweest. Ik droeg daar een zwart uniform en verrichte dienst op het vliegveld te Volkel in Nederland. Mijn dienst bestond in het bewapend met een geweer toezicht houden aan de poort van het vliegveld. Ik verdiende fl. 2000,- per jaar, hetgeen per maand werd uitbetaald. Als lid van de "Wach-und Schutzdienst" werd ik automatisch ook lid van de N.A.F. (Nederlands Arbeids Front).

In 1943, mogelijk op 1 maart 1943, ben ik ook lid van de Nederlandse Volksdienst geworden. Tot op 2 mei 1944 ben ik lid van de N.V.D. geweest. Door het nationaal socialistische milieu waarin ik destijds verkeerde en door de propaganda die er destijds tegen het communisme werd gemaakt besloot ik  in 1944 dienst te nemen bij de Waffen SS. Ik heb mij daar destijds vrijwillig te  's-Gravenhage bij een Duits aanmeldingsbureau voor aangemeld.

Op 2 mei 1944 ben ik vervolgens vrijwillig in dienst getreden van het " Freiwilliger Legion Niederlanden " zijnde een bewapend onderdeel der Duitse Waffen SS. Op 2 mei  1944 ben ik als  soldaat naar Duitsland vertrokken. Als soldaat de Waffen SS heb ik te Sennheim (Elzas),  Slochau (Pommeren) in Duitsland en Graz (Oostenrijk) mijn militaire opleiding ontvangen en ik werd ingedeeld bij het regiment " Pantser-Grenadiers ". Omdat er geen pantsers waren, werd ik in december 1944 als infanterist in de strijd in het Oosten ingezet. Van 6 december 1944 tot 25 januari 1945, nam ik daarna als infanterist daadwerkelijk aan de oorlog tegen de Russen deel aan het front te Libau in  Lithauen. In die periode heb ik steeds in de voorste gelederen gevochten, waarbij ik alleen een geweer te mijner beschikking had. Zonder uit de strijd te zijn geweest of gewond te zijn werd ik op 25 januari  1945 te Libau in Lithauen door de Russen krijgsgevangen gemaakt.

Tijdens mijn africhting in Sennheim (Elzas), heb ik in groepsverband met anderen, de eed van trouw  aan de Fuhrer Adolf Hitler, afgelegd. Een bloedgroeponderzoek heb  ik  destijds wel gehad, doch een bloedgroepteken heb ik nimmer ontvangen.

Na een korter of langer verblijf in een achttal krijgsgevangenkampen in Rusland, werd ik op 24 oktober 1950 naar Duitsland afgevoerd. Van 26 oktober 1950 tot 9 november verbleef ik in drie kampen te Berlijn en Friedland in Duitsland. Op 9 november 1950 werd ik vanuit Duitsland naar Nederland afgevoerd en kwam op 10 november 1950 in het kamp te Amersfoort. Op 12 november 1950 werd ik te Amersfoort in vrijheid gesteld en kwam op die dag weer thuis.

Tijdens mijn verblijf in de Russische kampen had ik het de eerste drie jaar zeer slecht van eten en drinken. Naderhand is het beter geworden. doch de kleding is altijd zeer slecht gebleven. Tijdens mijn Gevangenschap in Rusland ben ik steeds werkzaam geweest op fabrieken, waar landbouwmachines moesten worden gemaakt. Wij moesten tamelijk hard werken en stonden steeds onder controle van burgercontroleurs. Ik ben in de Russische kampen nimmer mishandeld geworden.

Sinds mijn vrijlating 0p 12 november 1950 is het mij bekend dat ik inmiddels bij verstek ben veroordeeld. Hoe het vonnis precies is weet ik niet. Ik verneem thans van u dat ik op 18 februari 1949 door de kantonrechter te 's-Hertogenbosch wegens mijn politieke gedragingen tijdens de Duitse bezetting van Nederland, ben veroordeeld tot:

1e.  een internering voor de duur van twee jaren en dat de internering voor een tijdsduur van achttien maanden niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij later anders mocht worden gelast; dat ik mij gedurende een proeftijd van drie jaren als een goed Nederlander moet gedragen;

2e.  Ontzetting van het kiesrecht en de verkiesbaarheid bij krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezingen.

Toen ik vrijwillig in Duitse krijgsdienst trad, wist ik dat Nederland met Duitland in oorlog was, doch vanwege de propaganda die er destijds van de zijde der N.S.B. tegen het communisme werd gemaakt, heb ik daar verder niet bij stilgestaan of nagedacht. Thans ben ik mij wel bewust dat ik mij door mijn gedragingen tijdens de Duitse bezetting van Nederland, heb gedragen in strijd met de belangen van Nederland en het Nederlandse volk. Destijds heb ik ook daar niet over nagedacht.

Na voorlezing en volharding ondertekent verdachte zijn verklaring in concept. Verdachte Vissers is na verhoor en opgemaakt proces verbaal heengezonden. Waarvan door mij op ambtseed  is opgemaakt dit proces verbaal, gesloten en ondertekend op 18 november 1950.


OPEN HIER DE BRIEF VAN WILLY RIEDERER